Kleine ratelaar

Beschrijving

Dit is misschien niet zo’n prachtige bloem, maar wel heel nuttig. De kleine ratelaar parasiteert op gras, waardoor je minder gras in je bloemenweide of berm krijgt. Andere bloemen krijgen zo meer kansen. Bovendien is dit soort inheems in Nederland en wordt goed bezocht door bijen en hommels.

De kleine ratelaar (Rhinanthus minor) doet het alleen goed in matig voedselarme gebieden, niet te arm en niet te voedselrijk. Zaai kleine ratelaar tussen juli en de late herfst. Zo maken de zaden een winter mee waardoor ze goed kiemen in de lente. Zonder lange koudeperiode kiemt kleine ratelaar niet goed. Maai de aanwezige grassen dan heel kort af en zaai de kleine ratelaar ertussen of maak hier en daar kale plekjes. Dit gaat het beste in ruig grasland of een bloemenveld met wat gras, in een gazon zal dit weinig uitrichten. Maai het ingezaaide stuk pas weer na half juli het jaar erna. Je zal de kleine ratelaar zien bloeien met gele bloemen. De bloei vindt plaats tussen mei en september. De plant wordt 20 tot 45 cm hoog.

In een zakje zit 1 gram zaden van Rhinanthus minor, dat zijn zo’n 330 zaadjes. Je kan dit bijzaaien in allerlei bloemenmengsels om gras meer te onderdrukken. Gebruik bij het mengen met andere zaden zo’n 1 gram Rhinanthus minor op 10 tot 20 gram weidebloemenzaadmengsel. Als je wilt zaaien in al een bestaande weide heb je meer zaden nodig, ongeveer 0,5 gram ratelaarzaden per vierkante meter grond.